Loading...
 

6e zondag door het jaar C - evangelie

Lucas 6, 17.20-26: Jezus spreekt tot de leerlingen

Matteüs 5, 1-12a // - // Lucas 6, 17.20-26



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1627-1628)

Samen met zijn twaalf apostelen ging Jezus de berg weer af. Hij bleef staan op een veld. Daar waren veel van zijn leerlingen bij elkaar gekomen. Er was ook een grote groep andere mensen. Die kwamen uit alle delen van Judea, uit Jeruzalem en ook uit het gebied bij Tyrus en Sidon. (…)

Jezus keek zijn leerlingen aan en zei: ‘Het echte geluk is voor mensen die arm zijn. Want voor hen is Gods nieuwe wereld. Het echte geluk is voor mensen die nu honger hebben. Want zij zullen veel te eten krijgen. Het echte geluk is voor mensen die nu huilen. Want zij zullen lachen.
Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben, omdat je bij mij hoort. Misschien word je gehaat of weggestuurd. Misschien schelden de mensen je uit of bespotten ze je. Dat is vroeger ook gebeurd met de profeten. Als dat met jullie gebeurt, moet je blij zijn en vrolijk. Want jullie krijgen een grote beloning in de hemel.
Maar het loopt slecht met je af als je rijk bent. Want dan heb je het nu goed, maar straks niet meer. Het loopt slecht met je af als je nu heel veel te eten hebt. Want dan zul je straks honger hebben. Het loopt slecht met je af als je nu lacht. Want dan zul je straks verdriet hebben en huilen. Het loopt slecht met je af als iedereen goede dingen over je zegt. Dan ben je net als de valse profeten, daar zeiden ze vroeger ook altijd goede dingen over.’



Dichter bij de tijd

(naar C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Lucas 6, 17.20-26)

Samen met zijn vrienden daalde Jezus af naar een vlakte.
Daar waren heel veel leerlingen van Hem,
en ook veel mensen uit Judea en Jeruzalem,
en uit Tyrus en Sidon, twee steden die aan de kust lagen.

Jezus keek naar zijn leerlingen en zei:
‘Gelukkig zijnjullie die arm zijn,
voor jullie is het rijk van God.
Gelukkig zijn jullie die nu honger hebben,
jullie zullen volop te eten krijgen.
Gelukkig zijn jullie die nu huilen,
jullie zullen lachen.
Gelukkig zijn jullie als de mensen jullie haten,
als ze je uitsluiten en uitschelden
en je naam door het slijk halen omwille van Mij.
Dans die dag van blijdschap, want, vergeet niet
dat er voor jullie in de hemel een rijke beloning wacht,
want hun voorvaders deden hetzelfde met de profeten.

Ai, jullie die rijk zijn,
jullie hebben jullie deel al.
Ai, jullie die nu voldaan zijn,
jullie zullen honger hebben.
Ai, jullie die nu lachen,
jullie zullen treuren en huilen.
Ai, als iedereen lovend over je spreekt,
want dat deden hun voorvaders ook met valse profeten.



Stilstaan bij …

Daalde
Vooraleer zijn volgelingen toe te spreken daalt Jezus af naar een vlak terrein. Daarom wordt deze redevoering de ‘vlakterede’ genoemd.

Merk op:
Bij Matteüs staat dat Jezus een berg opging en daarna ongeveer dezelfde woorden sprak. Die rede is bij Matteüs bekend als de ‘bergrede’. Wellicht vond hij het belangrijk om Jezus vanop een berg te laten spreken, omdat hij zo duidelijker kon laten zien dat Jezus als Mozes was.

Tyrus
De stad Tyrus ligt nu in Libanon aan de kust van de Middellandse zee, ten Noorden van het vroegere Palestina.

Sidon
De stad Sidon ligt 35 km ten noorden van Tyrus.

Jullie die arm zijt, honger lijdt, weent ...
Wellicht had Jezus met het opsommen van deze mensen, alle misdeelden van zijn maatschappij voor ogen. Naast de sociale betekenis klinkt erin door dat precies deze mensen hun vertrouwen kunnen stellen op God.
Het zou ook kunnen dat Hij die woorden tegelijk in hun figuurlijke betekenis gebruikte.

Nu
Door de komst en de activiteit van Jezus is het geluk voor deze groep reeds begonnen. Alle ellende is voorbij! God is begonnen hun recht te laten geschieden door ze in zijn nieuwe gemeente op te nemen.

Wacht maar / Ai
Dit is geen veroordeling, geen vloek, maar een jammerklacht, een uitroep van spijt en pijn. Want ook wie rijk is, is kind van God en het doet Jezus pijn deze broers en zussen in hun ongeluk te zien lopen.
Lucas prijst de sociaal misdeelden, niet om hun sociaal mindere positie, maar omdat hun toestand helpt om zich voor God open te stellen en zijn heil te ontvangen.

Valse profeten
Heel de Bijbel door komen 'valse profeten’ ter sprake.
Een profeet spreekt vals als hij spreekt in zijn eigen naam.





Bij de tekst

Inhoud

Jezus kondigt een omkering van de situatie aan. Hierbij legt Hij sterk de nadruk op de verantwoordelijkheid van de mensen: God verwezenlijkt geluk, maar doet dit niet zonder de mensen.


Zaligsprekingen bij Lucas

Bij Lucas zijn de zaligsprekingen korter en scherper geformuleerd dan bij Matteüs (Matteüs 5, 1-12)
Vier keer zegt Jezus dat zijn leerlingen gelukkig zijn, maar Hij zegt ook vier keer dat ze niet gelukkig zijn en te beklagen.




Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

Kleuren

Vertel dat de mensen graag naar Jezus kwamen luisteren: Hij vertelde verhalen die hen deden nadenken over hun manier van leven en Hij zei hun wat in de ogen van God belangrijk was.

Jezus Op De Berg
De kinderen kleuren deze tekening. Eventueel kunnen ze er zichzelf ook bij tekenen en iedereen die ze er graag bij zouden willen zien.

Klik hier voor een bladvullende tekening.





Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Reclame over geluk …

Bezorg de kinderen een aantal reclames uit tijdschriften, met de vraag: ‘Welk soort geluk tonen deze advertenties?’ Laat de kinderen ontdekken dat reclame inspeelt op bepaalde invullingen van geluk. Meestal rond: gezondheid; zichzelf: zich goed voelen, zich verwennen; rond veel geld: luxe producten; soms rond gewone dingen
Welk soort geluk komt er weinig of niet in aan bod? (geluk om gewone dingen; geluk in de aandacht voor /van anderen) Kunnen de kinderen ook denken waarom dat zo is?

De kinderen schrijven in vier punten wat geluk voor hen is, nadat ze niet alleen hun eigen visie hebben verwoord, maar ook over die van anderen hebben nagedacht.



Wat mensen zeggen over geluk

Maak een selectie uit de volgende uitspraken.



Een gelukkig mens brengt licht waar het donker is,
hij brengt leven waar het doods is.
Hij koestert zijn eigen problemen niet,
verwacht niet alles van anderen
en neemt eigen verantwoordelijkheid.
(Phil Bosmans)


Gelukkig zijn dat is...
... een dochter hebben die me een dikke knuffel geeft als ik aankom
... de grond bewerken en er met jonge plantjes een pracht van een tuin van maken
... de wind in mijn gezicht voelen net voor een fikse regenbui
... ontwaken uit een diepe slaap, achtervolgd door een toffe droom tot in het midden van de dag.
(Aaron Milavec)


Ik ben gelukkig als ik kan doen waar ik zin in heb.
(Jeroen, 12 jaar)


Met de hele ploeg hebben we een dag georganiseerd voor de zieken. Dat had heel wat voeten in de aarde. We waren er erg moe van. De volgende dag brachten vrienden ons een volledige maaltijd, met een overheerlijk dessert. Ze zegden gewoon: ‘We waren heel gelukkig gisteren. Dit is onze manier om jullie te danken voor wat jullie deden en om jullie de kans te geven wat uit te rusten.’
Dat maakte me heel gelukkig. Ik geloof dat het God was die ons doorheen onze vrienden dankte.
(Anne-Dominique, 42 j.)


Geluk heb je als je 1 000 000 euro wint.


Gelukkig ben je als je met vrienden samen bent.


Ik geloof niet in geluk. Mijn papa is werkloos. Dit is heel erg voor iedereen bij ons thuis.
(Samira 11j. )


We wensen jullie een gelukkig nieuw jaar, en jaar vol vreugde en goede gezondheid.
(Een nieuwjaarswens)


Ik zou graag gelukkig willen worden. Ik wil later nogal rijk worden, zodat ik alles kan kopen wat ik wil.
(A.P. 12 jaar)


Niets geeft meer geluk, dan te merken dat je iets kunt bijdragen aan het geluk van andere mensen
(D. Bonhoeffer)


‘Voor mij bestaat er geen geluk meer. Ik heb reeds te veel meegemaakt. Driemaal is mijn vrouw geopereerd. Het heeft niet geholpen. Ze is verlamd. Ik heb geld tekort.
(G.W. 73 jaar)




De kinderen bespreken de uitgezochte uitspraken: ze trachten kort te omschrijven wat geluk voor iemand betekent.
Bijvoorbeeld: Geluk ligt in gewone dingen; bij de liefdevolle aandacht voor anderen; in een gezond lichaam; iets waar je zelf aan werkt; dankbaar nagenieten; veel geld ...
Daarna duiden ze aan of ze met een bepaalde uitspraak kunnen akkoord gaan of niet.





KENNISMAKEN MET DE TEKST UIT DE BIJBEL

Treffende zin

Bezorg de kinderen een kopie van deze tekening:

Fano Lijntekening

De kinderen beluisteren de tekst uit het evangelie. Daarna zoeken in de tekst ervan de zin / zinnen die met deze tekening duidelijk gemaakt worden.
Ze schrijven die zin / zinnen onderaan de tekening – eventueel doen ze dat in hun eigen woorden.
Daarna kleuren ze de tekening.


MERK OP
Lang geleden was het voor kunstenaars ongewoon om God als een oude man uit te beelden, zoals dit nu gebruikelijk is. Om God toch aanwezig te stellen tekenden ze de hand van God vanuit een wolk of vanuit een donker cirkelsegment.





VERDIEPEN

Wat is geluk?

Vertrek vanuit de zin: ‘Eigenlijk is het eenvoudig het geluk te vinden‘. (Advertentie voor de Gouden gids – 2000)
- Wat denken de kinderen dat geluk is?
- Waar is dat te vinden?
- Is dat eenvoudig te vinden?
Hoe zouden kinderen de volgende zin aanvullen: ‘Gelukkig ben je als...’



Klavertje vier

Klavertje Vier

Mensen zeggen dat klavertjevier geluk brengt.
- Maar wat is geluk?

Als je ‘geluk’ in vier woorden zou moeten samenvatten …
- Welke woorden zouden dat zijn?

Lees dan de tekst voor uit het evangelie.
- Is voor Jezus ‘geluk’ hetzelfde als voor ons?
- Wat vind je goed gevonden van Jezus?
- Waar heb je het moeilijk mee? Waarom?



Jezus over geluk

- Wat denken jullie dat geluk is?
- Waar is dat te vinden?
- Hoe zouden jullie de volgende zin aanvullen: ‘Gelukkig ben je als...’

Selecteer samen met de kinderen vier antwoorden.

Lees de ‘gelukwensen’ die Lucas over Jezus heeft geschreven.
Laat de kinderen elk van deze gelukwensen zin per zin bestuderen.
B.v.: Begin elke zin met: Voor hem (voor haar, voor hen) is geluk: ................

Of: nodig de kinderen uit om de woorden van Jezus opnieuw te schrijven.
Jullie die ...................................................................
jullie zijn gelukkig want ..........................................................

- Wat denk je van die woorden van Jezus?
- Vergelijk ze met de vier zinnen die je eerder over geluk schreef.
- Wat valt op?


Belangrijk
Zorg ervoor om armoede, honger en verdriet niet te idealiseren, want daar gaat het niet om. Het gaat erom dat wie op een of andere manier ‘arm’, ‘hongerig’, ‘verdrietig’ is, zal kunnen genieten van een nieuwe situatie, waarbij de droom van God met de mensen gerealiseerd wordt.





VERTELLEN

De onzichtbare schat

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 285)

Op een dag riep een oude boer zijn zonen bijeen en zei:
‘Mijn zonen,
het einde van mijn leven nadert,
weldra zal ik sterven.
Dit is mijn laatste wil:
verkoop nooit het erfgoed,
want in de wijngaard ligt een schat verborgen.’

Niet lang daarna stierf de oude boer.
Zijn zonen begonnen in de wijngaard
naar de schat te zoeken.
Ze braken de aardkluiten met een hark
en woelden ze met een schop om.
Zo doorzochten ze grondig
de vruchtbare grond van de hele wijngaard.

Maar ze zwoegden tevergeefs:
er was geen schat.
Teleurgesteld keerden ze naar huis terug
en verwensten hun dode vader.

Maar het volgende jaar droegen de wijnstokken
heel veel druiven.
En de wijn, die eruit geperst werd,
was de beste van de hele streek.
De zonen verkochten de wijn
en werden zeer rijk.
Toen dachten ze terug
aan de woorden van hun vader.



Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 26 december 2018, p. 1)

Het zal je maar overkomen dat je een wijngaard erft
waarin een schat ligt die je maar niet kunt vinden.
Je zou er voor minder de moed bij verliezen,
maar je kunt ook verder blijven zoeken.

Alles hadden de zonen omgewoeld. Er was geen schat!
Maar groot was hun verbazing toen na een heel jaar ploeteren
de oogst van de wijngaard uitzonderlijk groot was.
Ze verdienden een schat aan de wijn die ze ervan maakten.

Gaat het verhaal hierbij over een wijngaard
Of gaat het over een schat?
Eigenlijk niet
en uiteindelijk toch wel.

De wijngaard in het verhaal is de wereld waarin we leven.
Wie zich dienstbaar opstelt en alles in het werk stelt
om deze wereld bewoonbaar te maken voor iedereen
draagt bij tot een betere wereld die gelukkig maakt.

De verborgen schat in die wereld is dat geluk
dat af te lezen is van de mensen, wie ze ook zijn.
Iedereen krijgt in zijn leven die grote opdracht:
mee te werken aan een gelukkige wereld.





Jongeren

VERDIEPEN

Fano

Fano
Fano maakte deze tekening bij Lucas 6, 17.20-26.

Bekijk eerst goed deze tekening.
- Wat zie je? (weegschaal, zakken, geldstukken, biljetten, brood, hand + arm)
- Wie zie je? (dikke man met buishoed; magere man zonder haar, man met groen kleed)

- Wat zou de man met het groene kleed willen zeggen?
- Wat wil de tekenaar zeggen met de hand in de rechtbovenhoek?
- Van wie is die arm?

Lees daarna het evangelie van deze zondag.
- Welke verzen uit dit evangelie heeft de tekenaar hier uitgebeeld?
- Welk onderschrift zou je bij deze tekening plaatsen?



MERK OP
Lang geleden was het voor kunstenaars ongewoon om God als een oude man uit te beelden, zoals dit nu gebruikelijk is en uiteindelijk geïnspireerd aan de voorstelling van de Romeinse vadergod Jupiter (sinds de renaissance). Om God toch aanwezig te stellen tekenden ze vroeger de hand van God vanuit een wolk of vanuit een donker cirkelsegment (op nogal wat iconen).





Overwegingen

Hubert Sergeant pr.

Het rijk van God

Een sleutelwoord om de zaligsprekingen te ontcijferen:
het rijk van God is midden onder u !

Het rijk van God krijgt gestalte
wanneer de armen worden opgenomen in een brede solidariteit, wanneer zij meegerekend worden
in de gerechtige opmars van de droom van God:
er is genoeg voor iedereen.
Geen aalmoezen maar eerlijke verdeling van goederen ...
zalig!

Het rijk van God krijgt gestalte
wanneer tranen het onrecht in de wereld geweld aandoen
en een stroom van echt meeleven ontstaat …
zalig!

Het rijk van God krijgt gestalte
wanneer zachtmoedigheid de harde korst doorbreekt
van onverschilligheid
en geweldloosheid zegeviert …
zalig!

Het rijk van God krijgt gestalte
wanneer de knagende honger en dorst vervangen worden
door broederlijk delen
niet op commando van de vastentijd
maar iedere dag opnieuw omgebogen wordt
van ellende naar medeleven …
zalig!

Het rijk van Gods krijgt gestalte
wanneer verdrukking omwille van zijn geloof omgebogen wordt
tot uitdrukking van en getuigenis van zijn geloof …
zalig!





Frans Mistiaen s.j.

Zalig zij, die danken, delen en dienen

Jezus bleef de hele nacht op de berg om er te bidden tot God.
Wat maakte Hij daar mee?
Wij mogen veronderstellen dat Hij er heel diep mocht ervaren
de Zoon te zijn van een liefhebbende Vader,
d.w.z. beminnenswaardig te zijn
in de ogen van een hartelijk beminnende God.
En met die ervaring in het hart daalt Jezus een stuk de berg af
en roept enkele leerlingen om bij Hem plaats te nemen,
daar op die bergflank, tussen God en de menigte in de vlakte.
Hij kijkt hen aan zoals zij daar staan, verbonden met God,
verbonden met de mensen en verbonden met Hem.
En daar prijst Hij die leerlingen zalig.
Hij zegt hen het echte geluk toe,
dat erin bestaat op die plaats te delen in Zijn ervaring, d.w.z.
bemind te worden en te beminnen, in de Liefde te leven.

"Bemind worden en zelf beminnen"
dat is de echte zaligheid in het leven van ieder van ons.
Dat is meer dan een romantisch gevoel.
Volgens het evangelie van vandaag is het vooral een keuze
- en een gekozen worden -
om een zeer bepaalde positie in te nemen,
- zoals die leerlingen toen op de bergflank -
namelijk om juist op die plaats te gaan staan
waar wij op dit moment van ons leven
het meest verbonden leven met God,
verbonden met de mensen en verbonden met Jezus.

Verbonden leven met God betekent vooral: danken.
Ervoor kiezen dankbaar te zijn
tegenover de Heer van het Leven.
Ook als niet alles meevalt en lukt,
ons toch fundamenteel dankbaar weten voor wat wij elke dag
eigenlijk toch zo gul krijgen van een Vader die ons graag ziet.
Dankbaar leven, en dus niet
eigenmachtig, zelfgenoegzaam of hooghartig.

Verbonden leven met de mensen zal vooral betekenen: delen.
Ervoor kiezen om, wat wij gekregen hebben,
te delen, door te geven aan anderen.
Delend leven, en dus niet
hebberig, veeleisend of veroverend.

Verbonden leven met Jezus zal vooral betekenen: dienen.
Ervoor kiezen te dienen zoals Hij.
Bij alles wat wij ondernemen
niet onszelf naar voren schuiven, maar anderen laten voorgaan
en voor hen ter beschikking te staan.
Dienend leven, en dus niet
heersend, repressief of machtig.

"Zaligheid, echt geluk ontvangen" wil volgens Jezus zeggen:
ervoor kiezen te danken, te delen en te dienen.

Daarmee nodigen de zaligsprekingen ons uit
los te komen van een te gemakkelijk geluk,
los te komen van onze spontane, natuurlijke mening
dat wij gelukkig kunnen worden door uiterlijke rijkdom,
door verzadiging, door jolijt of succes bij de mensen.
Maar dit is in feite slechts matig geluk.
De Heer nodigt ons hier echter uit
open te komen voor een geluk van een veel hogere kwaliteit:
nl. het geluk te beminnen en bemind te worden.
Hij stelt ons dus voor ons ideaal van geluk te verleggen:
niet het oppervlakkig geluk na te streven van
"verzadigd te worden door vele dingen te hebben",
maar het diepe geluk te beogen van "in de liefde te leven".
Hij zegt ons: Niet "eisen, grijpen en heersen"
is een zaligheid voor de mens,
maar "danken, delen en dienen".

In Zijn klein groepje leerlingen ziet Jezus
deze ideale mensengemeenschap reeds groeien,
in ons dus, zoals wij hier zitten op de bergflank,
tussen onze God en de wereld die ons roept.
Hij wenst ons van godswege proficiat,
omdat wij, Zijn gelovige leerlingen,
ons geluk niet willen laten afhangen
van onze status van rijkdom of armoede,
van de beperktheden van onze natuur,
van onze spontane zucht naar zelfbevestiging,
maar omdat wij ervoor kiezen,
- zij het in rijkdom, zij het in armoede -
op de eerste plaats in de liefde te leven,
dankbaar tegenover God,
delend met de anderen,
dienend zoals Jezus.

De zaligsprekingen zijn dus helemaal geen sussende woorden
tot de sociaal-behoeftigen van heel onze wereld;
de wee-uitroepen helemaal geen vervloekingen
tot de materieel-welstellenden van onze aarde.
Jezus zegt niet dat alle armen van vandaag
de rijken van morgen zullen worden.
Jezus zegt dat diegenen, die ervoor kiezen bij Hem te komen staan
en Zijn leerlingen te worden,
mensen zijn die innerlijk arm willen worden,
en nu reeds tot het Rijk Gods behoren.
Dat betekent dat Hij hen proficiat wenst,
niet omdat zij uiterlijk arm zijn,
wel omwille van hun innerlijke houding
toch in de liefde te blijven leven, dankend, delend, dienend.

Zalig de "armen" betekent immers niet
dat God alle "uiterlijk behoeftigen" gelukkig prijst,
maar wel de "innerlijk eenvoudigen",
wij namelijk, die met respectvolle dankbaarheid
proberen om te gaan met de mensen en de dingen.
De "hongerigen" die Jezus zalig prijst, zijn niet diegenen
die erop uit zijn zich met weelde te verzadigen,
maar wel wij, die ernaar hunkeren gerechtigheid met allen te delen.
De "vervolgden" die Jezus gelukkig noemt, zijn niet diegenen
die zich steeds tekort gedaan en verongelijkt voelen,
maar wij, die de verdediging van onderdrukten en machtelozen
moedig willen dienen.

Jezus' leerlingen op de bergflank hier
zijn niet allemaal behoeftigen, dompelaars en marginalen,
maar alle soorten mensen,
ook mensen die goed hun brood verdienen
en verantwoordelijkheid dragen in de maatschappij.
Tot ons, zoals wij hier zitten,
arm of beperkt op een of ander domein, zegt Jezus:
Zalig zijt gij, dat gij u innerlijk arm opstelt, d.w.z. dat gij,
te midden van uw rechtmatige drang om uw lot te verbeteren,
er toch op de eerste plaats op uit blijft
het Rijk Gods in u te laten groeien, de liefde in uw hart te bewaren,
dwz. dankbaar, delend en dienend lief te hebben.
Zo wordt gij diep verzadigd en kent gij de echte vreugde.
Maar wee u, als gij vooral de sociale rollen wilt omkeren
en er alleen maar op zijt om te eisen, te grijpen en te heersen.

En tot ons, die op sommige domeinen rijk zijn, zegt Jezus:
Wee u, als gij u hooghartig rijk opstelt,
veroverend, hebberig en machtig.
Zo lijdt gij gebrek in uw hart en wordt gij triestige mensen.
Maar zalig zijt gij, die - ondanks uw rijkdom -
uw geluk weet te leggen in wat het allerbelangrijkste is:
in de liefde te leven, bemind te worden en te beminnen.

De zaligsprekingen zijn dus geen utopische beloften
van een sociaal-economische ommekeer
die men voor allen zou kunnen verwachten.
De zaligsprekingen spreken de proficiat uit vanwege God
over de leerlingen van Jezus,
over hen namelijk die er reeds voor hebben gekozen
- zij het in armoede, zij het in rijkdom -,
dicht bij Hem plaats te nemen, te delen in Zijn ervaring:
d.w. z. bemind te worden en te beminnen.
Dat zijn zijn vrienden, die Hij zalig prijst,
zij die dankbaar zijn voor het Leven,
erop bedacht te geven aan anderen
en die willen dienen zoals Hij.